Zijn conflictstijlen generatiegebonden? Terug

Zijn conflictstijlen generatiegebonden?
door Nienke Wiersma en Marieke Grondstra gepubliceerd NMI TIJDSCHRIFT CONFLICT- HANTERING Nummer 1, 2013

Nienke Wiersma (NW): Enige tijd geleden was ik als mediator betrokken in een conflict tussen vier teamgenoten. Vier mannen die het goed met elkaar konden vinden, maar toch al maanden vastzaten in een situatie waar ze zelf niet uitkwamen. Er moest een reorganisatie worden doorgevoerd en ze kondenhet niet eens worden over de manier waarop. Ze waren het overigens ook niet eens over de gevolgen van de reorganisatie; over hoe de samenwerking eruit zag en hoe deze zou moeten zijn; wat de rol was van de leidinggevende en wat leiderschap eigenlijk betekende. Er was onenigheid over de wijze van besluitvorming en over de wijze waarop er gecommuniceerd werd. Over hun lange vergaderingen, over de communicatie via de mail en over welke informatie moest worden gedeeld of teruggekoppeld.

De mediation verliep deels voorspoedig. Elk van de mannen had veel waardering voor de anderen, als collega en als professional. En iedereen had waardering voor de inspanning die elk van hen had geleverd voor de organisatie in de afgelopen jaren. Toch boekten we geen echte vooruitgang. Wat ging er mis? Het leek net of ze elkaars overtuigingen en elkaars belangen en doelstellingen niet begrepen. Spraken ze wel over hetzelfde? Begrepen ze elkaar eigenlijk wel? Wat mij opviel is dat de betekenis die elk van hen gaf aan leiderschap, samenwerking en communicatie behoorlijk verschilde van die van de anderen. Waar kwam dat door en wat zat daar achter?

Generatiegebonden?
Rond dezelfde tijd kwamen wij elkaar tegen en spraken we over het generatieperspectief, de overeenkomstige kenmerken die de verschillende generaties hebben en de onderzoeken van Henk Becker (1992 e.v.). Er worden op dit moment veel verschillende indelingen en benamingen voor generaties onderscheiden, zowel in Nederland als daarbuiten. Ook is er discussie over de vraag of men uberhaupt kan spreken van generaties die zich van elkaar onderscheiden. Benadrukt moet worden dat er bij de indeling in generaties wordt gesproken over gemiddelden. Dat betekent dat er ook uitzonderingen zijn. De indeling in Nederlandse generaties van Henk Becker die door mij (Marieke Grondsta, MG) wordt gebruikt is de enige die grootschalig is getoetst.

(Groeps)processen in een mediation blijken op een andere manier te bekijken te zijn. Wie vertegenwoordigt welke generatie en wat zijn de kenmerken van die generatie? Welke typische generatiekenmerken zijn te herkennen en zijn deze ook van invloed op het conflict? Zijn er ook specifieke kenmerken voor de wijze waarop de verschillende generaties met hun conflicten omgaan? Of komt het conflict zelfs voort uit die generatie-verschillen?

We vatten het plan op om een laagdrempelig onderzoek uit te zetten. Een onderzoek naar de vraag of conflictstijlen mogelijk generatiegebonden zijn. We beperkten ons tot de specifieke kenmerken van de vier generaties op de werkvloer. Daarbij maakten we onder meer gebruik van het generatieonderzoek van Aart Bontekoning. Voor dit onderzoek heeft hij in honderd Nederlandse bedrijven onderzoek gedaan naar de overeenkomsten en verschillen tussen de werkende generaties. Dit onderzoek bevestigt de indeling van Becker ook.

Ook hebben we kwantitatief onderzoek gestart. We vonden 120 mensen in ons eigen netwerk bereid de vragenlijst, gebaseerd op het dual concern model (Blake & Mouton, 1964) en de conflictstijltheorie van Thomas en Kilmann in te vullen.

We zorgden voor een gelijke verdeling in de vier generaties. Hielden rekening met de man-vrouwverdeling en probeerden respondenten te vinden met uiteenlopend oplei-dingsniveau. De ingevulde vragenlijsten gaven per persoon een verhouding tussen de verschillende conflictstijlen weer en lieten een voorkeursconflictstijl zien. We hoopten dat het onderzoek zou uitwijzen dat ook de manier waarop mensen met conflictenomgaan een kenmerk is waarmee de verschillende generaties zich van elkaar onder-scheiden... lees hier het hele artikel


gepubliceerd in NMI TIJDSCHRIFT CONFLICTHANTERING Nummer 1, 2013